Toen VizX2 in 2012 werd gereleased, werd de software vooral in gesloten omgevingen geïnstalleerd. Er werd gebruik gemaakt van fysieke servers met fysieke clients, van virtualisatie was nog geen sprake. Naarmate het aantal zaken en de grootte van deze zaken toenam, moesten rechercheurs meer- en efficiënter samenwerken. De fysieke servers werden zwaarder uitgerust om de alsmaar groeiende hoeveelheid aan data te kunnen verwerken en teams werden uitgebreid om al het materiaal te kunnen classificeren. We staan nu aan de vooravond van de volgende technische revolutie: het gebruik van datacenters.

Twee grote klanten van ZiuZ zijn op dit moment bezig met het optuigen van een centraal datacenter. VizX2 zal, naast tal van andere tools, in deze centrale datacenters gaan draaien. Waar regionale eenheden voorheen zaken op het eigen systeem inlazen en verwerkten, zullen zij nu verbonden zijn met het centrale datacenter. Hierdoor kunnen zowel medewerkers als hardware efficiënter worden ingezet. Het datacenter staat grofweg twee verschillende werkwijzen toe, ofwel de regio’s lezen het beeldmateriaal zelf in en zijn ook verantwoordelijk voor de categorisatie, ofwel een centrale eenheid leest al het beeldmateriaal in, categoriseert de afbeeldingen en video’s en stuurt de resultaten vervolgens terug naar de regio’s voor verdere vervolging.

Waar voorheen maximaal 10 gebruikers verbonden waren met de teamwork server, zullen dit er nu meer dan 100 zijn. Hiernaast zal al het bewijsmateriaal uit de regio’s zo efficiënt mogelijk verwerkt moeten worden, waardoor de noodzaak bestaat om extra accelerators aan te schakelen. Om het werken met VizX2 op deze schaal mogelijk te maken, heeft ZiuZ al de nodige wijzigingen doorgevoerd en ook in de komende versies zal hier nadrukkelijk aandacht aan worden besteed. Wilt u meer weten over VizX2 in het datacenter, neem dan contact met ons op.